Komt u ook naar de finissage? Van harte welkom op zondag 27 oktober vanaf 15.00u
Gert van Dijk loopt ‘s ochtends door Leiden en kijkt naar stad en licht. Als het licht ergens mooi valt, fotografeert hij zo’n plek, en later thuis kijkt hij of de plaat ‘werkt’. Als dat zo is, gaat hij aan het werk met een digitaal schilderprogramma. Overigens doet het programma het werk niet voor hem: het is en blijft handwerk. Het perspectief wordt vaak bijgewerkt en te drukke elementen zoals geparkeerde auto’s verdwijnen. Hij werkt met een vaste lijndikte en vrij precieze lijnen zoals in Kuifje-strips en het werk van Joost Swarte, maar de lijnen zijn nooit lineaalrecht: “Dat heb ik een dag geprobeerd maar het sloeg dood”. Een gevolg van die vaste lijndikte is dat je sommige dingen niet kunt tekenen omdat er dan zoveel lijnen zouden zijn dat je een zwart vlak krijgt. “Daarom hebben fietswielen op mijn platen geen spaken. Dat valt niet eens op.”
Zolang er alleen lijnen op de plaat staan kun je het werk onder de Klare Lijn rekenen, een naam die door Joost Swarte in 1977 bedacht is. Maar Van Dijk voegt er kleur aan toe op een manier die niet geheel onder die stijl valt: de kleuren verlopen en geven schaduwen en vlekken zonlicht weer.
“Met die lijn- en kleurcombinatie lijkt het resultaat eerder op sommige Japanse houtsneden of Art-Nouveau-werken. Maar eerlijk gezegd kan de naam van de stijl me niet zoveel schelen. Een vriend noemde het ‘kille lijnen en warme kleuren’. Dat klopt wel mooi.”
Meestal zijn de stadsgezichten vrij leeg, wat klopt bij de vroege ochtendwandelingen. Vaak is er maar één persoon op te zien, die een verhaal aan het stadsgezicht toevoegt. Dat blijkt de vrouw van Van Dijk te zijn, die met een rode jas aan van de stad geniet.